Momenteel zijn er een aantal medische en paramedische beroepen die vrijgesteld zijn van het aanrekenen van BTW op hun erelonen zoals bijvoorbeeld dokters, tandartsen en kinesisten. Enkel voor puur esthetische ingrepen geldt er wel een BTW-plicht. De wet van 11 juli 2021 (B.S. 20 juli 2021) wijzigt deze BTW-regelgeving inzake medische verzorging. Artikel 44 W.BTW wordt aangepast in overeenstemming met de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof.
Vanaf 1 januari 2022 geldt voor alle niet-therapeutische zorg een BTW-tarief van 21%, zelfs als deze verstrekt zal worden door een erkende medische of paramedische beroepsbeoefenaar. Enkel therapeutische behandelingen blijven vrijgesteld van BTW. De begeleiding van een sporter door een kinesist zal dus onderworpen worden aan BTW.
Vanaf 1 januari 2022 zal men dus kijken naar de aard van de behandeling. Alle zorgbeoefenaars kunnen een vrijstelling van BTW krijgen, zowel de gereglementeerde als de niet-gereglementeerde zorgbeoefenaars. Ze moeten wel over de noodzakelijke kwalificaties beschikken om verzorging te verlenen waarvan het kwaliteitsniveau voldoende hoog is om dezelfde verzorging te verlenen die wordt aangeboden door een gereglementeerde beroepsbeoefenaar. Zo moeten bijvoorbeeld osteopaten met de juiste kwalificaties geen BTW aanrekenen.
Een circulaire met verdere specificaties omtrent het al dan niet therapeutische karakter van behandelingen en de vereiste kwalificaties wordt verwacht in de komende maanden.